Pagina's

dinsdag 27 januari 2015

Inkomensgarantie-uitkering (IGU) 


Wat?

Indien je als werkloze het werk deeltijds hervat, kan je onder bepaalde voorwaarden bovenop je loon een uitkering ontvangen van de RVA. Deze uitkering, inkomensgarantieuitkering (IGU) genoemd, beoogt je een globaal inkomen te garanderen (loon + uitkering) dat:
  • minstens gelijk is aan je werkloosheidsuitkering indien je deeltijdse betrekking maximum 1/3 van een voltijdse betrekking bedraagt
  • hoger is dan je werkloosheidsuitkering indien je deeltijdse betrekking 1/3 van een voltijdse betrekking overschrijdt 

NIEUW

De regering Michel heeft beslist om vanaf januari 2015 de berekening van de IGU te wijzigen. Wat zijn de wijzigingen?

  • Je kan enkel een IGU ontvangen als je niet meer verdient dan een bepaald brutoloon (per maand).Momenteel bedraagt het brutoloon 1.559,38 euro. Vanaf 2015 wordt dat verminderd tot 1.501,82 euro.
     
  • De IGU wordt berekend via een formule:
    je werkloosheidsuitkering
    + een toeslag per uur dat je werkt boven de 55 uren per maand
    - je nettoloon

    De toeslag per uur bedraagt momenteel 3,05 euro. Vanaf januari 2015:
    - voor gezinshoofden blijft de toeslag 3,05 euro
    - voor alleenstaanden wordt dit 2,14 euro
    - en voor samenwonenden 1,21 euro
     
  • Momenteel wordt geen rekening gehouden met de werkbonus (vermindering van persoonlijke bijdragen voor lage lonen). In de toekomst (datum nog niet gekend) zal dat wel het geval zijn, het bedrag van de bonus zal in mindering gebracht worden van je uitkering.
     
  • Als je 2 jaar een IGU ontvangt, zal je uitkering gehalveerd worden. Deze maatregel gaat in vanaf 2017.
     
Meer info over je rechten en plichten vind je in de infobladen ivm deeltijdse arbeid en werkloosheid. Wij nemen hieronder 2 versies op van de infobladen: één met de huidige situatie en één met de nieuwe berekening vanaf 2015.

2014

2015



Onze berekeningsmodule geeft je een idee van de IGU waar je eventueel recht op hebt in 2015. Bij de berekening van de IGU moet rekening gehouden worden met heel veel factoren. In onderstaande module hebben we niet alle mogelijkheden kunnen opnemen. Het resultaat kan dus niet beschouwd worden als een officiële beslissing in verband met jouw rechten als deeltijdse werknemer. Het ABVV kan in geen geval aansprakelijk worden gesteld voor het eventuele verschil met de officiële beslissing die de RVA neemt. 

TIP

Voor 100% juiste informatie ga je best naar de werkloosheidsdienst in het ABVV-kantoor in jouw woonplaats. Daar helpt men je graag verder met raad en daad.

maandag 26 januari 2015

Tot 40.000 werklozen verliezen inschakelingsuitkering

maandag, 19 januari 2015

Op basis van de door VRT verzamelde cijfers bij de uitbetalingsinstellingen, blijkt dat 23.460 werklozen met een inschakelingsuitkering, deze dagen een brief in de bus krijgen dat zij eind deze maand geen uitkering meer zullen ontvangen. Het gaat dan vooral om inwoners van de grote steden: Antwerpen (+ 1.000), Brussel (+ 3.500), Charleroi (+ 3.000) en Luik (+ 4.000).

Op basis van onze cijfers1  zullen er daar volgende maand nog meer dan 3.000 bij komen. Ook in de maanden daarna worden er nog mensen geschorst voor wie het recht verlengd werd met de maanden waarin men werkte.

In de komende maanden verliezen dus in totaal meer dan 30.000 uitkeringstrekkers hun inschakelingsuitkering. Dit is veel meer dan de 16.900 gevallen die de RVA en de regering in november nog had aangekondigd.

Het gaat over werklozen die nochtans allemaal door de RVA positief geëvalueerd werden in hun zoektocht naar werk, d.w.z. dat zij voldoende gesolliciteerd hebben anders zouden zij geen inschakelingsuitkering ontvangen. Zij hebben met andere woorden bewezen dat ze alle moeite doen om werk te vinden, maar worden nu dubbel hard gestraft omdat er voor hen geen werk is. Vooral kortgeschoolden, vrouwen en mensen met medische problemen dreigen hierdoor in de armoede te belanden. Des te meer in regio’s waar weinig werk is. Het is dus duidelijk dat de maatregel niet gewerkt heeft.

Bovendien besliste de regering Michel dat bijkomend ca. 10.000 schoolverlaters helemaal geen toegang op een inschakelingsuitkering meer zullen krijgen. Het gaat om diegenen die 24 jaar of ouder zijn op het moment van afstuderen, en diegenen die jonger zijn dan 21 jaar op het moment van hun aanvraag en geen volledig diploma van 6 jaar secundair onderwijs hebben.

In totaal zullen dus ca. 40.000 mensen hun uitkering verliezen. De helft daarvan zijn gezinshoofden, alleenstaanden en samenwonenden met een partner met een zeer laag inkomen. De OCMW’ s zullen hen moeten opvangen. Het aantal leefloners stijgt hierdoor met maar liefst 20%!

Gezien de huidige economische situatie vraagt het ABVV opnieuw de afschaffing van deze zinloze en hardvochtige maatregel. De regering Michel heeft nog tot eind januari de tijd om te voorkomen dat duizenden in de armoede verzeilen.

Eind februari zullen 1.363 leden van het ABVV hun inschakelingsuitkering verliezen. Geëxtrapoleerd op basis van de cijfers van de uitbetalingsinstellen, zou dit meer dan 3.000 extra uitsluiting geven in februari.


ABVV helpt je verder

zondag 25 januari 2015

Tijdskrediet: nieuwe regels

maandag, 19 januari 2015
Vakbond ABVV | Tijdskrediet: nieuwe regels
Wat staat er in het compromis over het tijdskrediet en landingsbanen? Wat zijn de nieuwe regels?

Dankzij de acties van leden en militanten kon het sociaal overleg eindelijk op gang getrokken worden. De sociale gesprekspartners in de Groep van 10 zijn erin geslaagd een compromis te bereiken over het tijdskrediet en de landingsbanen (specifiek tijdskrediet voor oudere werknemers).

Met dit compromis levert de Groep van 10 het bewijs dat het sociaal overleg van essentieel belang blijft.

De regering keurde op haar beurt dit compromisvoorstel van de sociale gesprekspartners goed. Nu volgt enkel nog de praktische uitwerking.

Voor wie? 

De nieuwe regeling die op 1 januari 2015 in werking getreden is, geldt voor alle eerste uitkeringsaanvragen vanaf die datum. Onder ‘eerste aanvraag’ moet worden verstaan alle nieuwe aanvragen of verlengingen in een andere vorm of een andere regeling (niet de voortzetting van een zelfde onderbreking).

Nieuwe regels


Geen motief, geen uitkering

De RVA betaalt enkel nog onderbrekingsuitkeringen voor onderbrekingen MET MOTIEF:
  • Verzorging van kinderen van jonger dan 8 jaar, gehandicapte kinderen van minder dan 21 jaar, ernstig zieke familieleden tot de 2de graad en palliatieve patiënten, dit gedurende ten hoogste 48 maanden;
     
  • Of voor het volgen van een erkende opleiding, dit gedurende ten hoogste 36 maanden.
    De duur is een maximumduur en opsplitsen is niet mogelijk. Je kan nooit uitkeringen van de RVA krijgen voor meer dan 48 maanden, of je nu een voltijds, een halftijds of een vijfde tijdskrediet neemt.

Voor voltijds of halftijds tijdskrediet met motief is er een collectieve arbeidsovereenkomst nodig in je sector of binnen je bedrijf, tenzij het gaat om je eigen zieke of gehandicapte kinderen.

Tijdskrediet ZONDER MOTIEF is nog mogelijk, maar dan zonder uitkeringen. Dat betekent dat je nog recht hebt op een tijdskrediet zonder motief van 12 maanden voltijds, 24 maanden halftijds of 60 maanden 1/5de tijdskrediet maar dat je geen uitkering meer krijgt en dat die periode niet meetelt voor de berekening van je pensioen.

Landingsbanen: 60 jaar wordt de algemene regel

Sinds 1 januari 2015 moet je 60 jaar zijn op de datum dat je landingsbaan (specifiek tijdskrediet voor oudere werknemers) begint, op voorwaarde dat je een loopbaan als werknemer van 25 jaar bewijst op het ogenblik dat je je werkgever schriftelijk op de hoogte brengt. Je moet ook al 2 jaar aan de slag zijn bij je werkgever. Maar je kan wel met je werkgever overeenkomen om die anciënniteitsvoorwaarde in te korten.

Voor de loopbaanvoorwaarde van 25 jaar als werknemer tellen de periodes van werkloosheid en vorige periodes van voltijds tijdskrediet of loopbaanonderbreking niet mee. Ziekte en invaliditeit, inhaalrust, en familiaal verlof tellen daarentegen wel mee.

Uitzondering op 55 jaar:
ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering, lange loopbaan en zware beroepen
Voor de volgende werknemers is een landingsbaan toch nog mogelijk op 55 jaar:
  • Werken in een onderneming die erkend is als ‘onderneming in moeilijkheden of in herstructurering’ op het ogenblik dat de landingsbaan aangevraagd wordt of
  • 35 jaar loopbaan als werknemer bewijzen (volgens de loopbaanvoorwaarde voor SWT) op het ogenblik dat de werkgever op de hoogte gebracht wordt of
  • Op het ogenblik dat de werkgever op de hoogte gebracht wordt:
    • ofwel minstens 20 jaar nachtarbeid (cao 46) verricht hebben;
    • ofwel een attest medische ongeschiktheid in de bouw voorleggen;
    • ofwel een zwaar beroep uitgeoefend hebben gedurende minstens 5 jaar in de afgelopen 10 jaar of 7 jaar in de afgelopen 15 jaar.

Vanaf 2016 wordt de minimumleeftijd geleidelijk opgetrokken parallel met de verhoging van de toegangsleeftijd tot de SWT-regeling.

De verhoging van de leeftijd boven 55 jaar kan nog vermeden worden als in de Nationale Arbeidsraad een cao gesloten wordt voor de periode 2015-2016 en als een aantal voorwaarden vervuld worden. Die cao kan na 2016 verlengd of aangepast worden, waarbij de minimumleeftijd dan geleidelijk opgetrokken wordt tot 60 jaar volgens een fasering in de tijd.

Landingsbanen vanaf 55 jaar zijn mogelijk zonder uitkering
Vanaf de leeftijd van 55 jaar kan je steeds halftijds of 4/5e werken, maar dan zonder uitkering van de RVA. En ook je pensioen zal berekend worden op basis van een halftijdse of 4/5e job.


Overgangsmaatregelen

Er werden overgangsmaatregelen voorzien voor wie dicht bij de voorwaarden aanleunde of zijn carrière al gepland had.
Kunnen nog rekenen op de oude voorwaarden
  • Ofwel de nieuwe aanvragen van werknemers die:
    • hun werkgever op de hoogte brachten vóór 1 januari 2015, en
    • hun aanvraag bij de RVA indienen vóór 1 april 2015 en
    • hun tijdskrediet of landingsbaan laten ingaan vóór 1 juli 2015. 
       
  • Ofwel de verlenging voor werknemers die al in een tijdskredietregeling zonder motief of landingsbaan voor bepaalde duur zitten op voorwaarde dat er een verlenging is in dezelfde regeling (zelfde duur).
     
  • Ofwel de nieuwe aanvragen na 31 december 2014 van werknemers van minstens 50 jaar die werken in een onderneming erkend als in moeilijkheden of in herstructurering en waarbij de begindatum van de erkenning dateert van vóór 9 oktober 2014, voor zover de onderneming kan aantonen dat daardoor ontslagen en brugpensioen vermeden konden worden.
     
  • Ofwel werknemers die vóór 2015 in een landingsbaan zaten maar die tijdelijk onderbroken hebben n.a.v. een voltijdse werkhervatting, een ziekte of een zorgverlof, voor zover de nieuwe aanvraag in 2015 gedaan wordt.

zaterdag 24 januari 2015

Brugpensioen: nieuwe regels

vrijdag, 16 januari 2015
Vakbond ABVV | Brugpensioen: nieuwe regels
Wat staat er in het compromis over het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, de brugpensioenen?

Dankzij de acties van leden en militanten kon het sociaal overleg eindelijk op gang getrokken worden. De sociale gesprekspartners in de Groep van 10 zijn erin geslaagd een compromis te bereiken over het brugpensioen of het stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT).

De verhoging van de leeftijd voorzien in 2016 wordt bevroren in het kader van kader-cao’s, de overgangsregelingen komen weer in handen van de sociale partners en de sectoren en de bedrijven zullen cao’s kunnen sluiten in het kader van die kader-cao.

Met dit compromis levert de Groep van 10 het bewijs dat het sociaal overleg van essentieel belang blijft.

De regering keurde op haar beurt de compromisvoorstellen van de sociale gesprekspartners goed. Nu volgt enkel nog de praktische uitwerking.


Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 60 jaar

De leeftijd voor het conventioneel brugpensioen (collectieve arbeidsovereenkomst - cao 17) wordt vanaf dit jaar op 62 jaar gebracht.
  • Overgangsregime
    Dit type brugpensioen blijft wel toegankelijk indien:
    • je ten laatste op 31 december 2016 60 jaar wordt;
    • je ontslagen werd voor 1 januari 2015
    • je voldoet aan de loopbaanvoorwaarden op het einde van je arbeidscontract (mannen 40 jaar en vrouwen 31 jaar in 2015 – 32 jaar in 2016)
       
Het blijft mogelijk voor werknemers die afhangen van een sector- of een bedrijfs-caowaarbij de leeftijd voor SWT 60 jaar bedraagt en die cao gesloten en neergelegd wordt vóór 30 juni 2015 (in plaats van 5 december 2014).
Dat geeft de sectoren en de bedrijven toch een beetje tijd om een dergelijke cao te sluiten (en neer te leggen). Voor de werknemers betekent dit dat ze de leeftijd van 60 jaar mogen bereiken tot eind 2017.


Zware beroepen, nachtarbeid, bouw

De SWT-regeling op 58 jaar na 35 jaar loopbaan voor de zware beroepen (uitgeoefend gedurende 5 jaar in de afgelopen 10 jaar of 7 jaar in de laatste 15 jaar) op basis van een sector- of een bedrijfs-cao blijft ongewijzigd.

De huidige juridische basis blijft gelden. De leeftijdsgrens gaat naar 60 jaar vanaf een datum die nog door de Nationale Arbeidsraad moet vastgelegd worden, maar dit kan eventueel omzeild worden door een interprofessionele kader-cao waar sectoren zich kunnen bij aansluiten. De kader-cao kan om de twee jaar d.m.v. een nieuwe kader-cao verlengd of aangepast worden. Bij gebrek aan cao of als de sector niet toetreedt, valt men terug op de regeling van de regering (nl. 60 jaar in 2017).

Er bestaan dus twee regelingen voor de zware betroepen:
  1. SWT 58 jaar + 35 jaar loopbaan + 5/7 jaar zwaar beroep op de juridische basis voor onbepaalde duur, op voorwaarde dat een sector- of een bedrijfscao gesloten wordt zoals hierboven omschreven.
     
  2. 2. SWT 58 jaar (i.p.v. 56 jaar in 2014) + 33 jaar loopbaan + 20 jaar nachtarbeid of attest arbeidsongeschiktheid in de bouwsector of nog zwaar beroep gedurende 5 of 7 jaar, op de juridische basis van het interprofessioneel akkoord (elke 2 jaar te verlengen).
     
  • Overgangsregime
    Dit type van SWT met 33 jaar loopbaan is nog toegankelijk op 56 jaar indien:
    • je 56 jaar geworden bent in 2014
    • je ontslagen werd voor januari 2015
    • je 33 jaar loopbaan kan bewijzen waarvan 20 jaar nachtarbeid of wanneer je in de bouwsector werkt en je arbeidsongeschikt verklaard bent ten laatste op het einde van je opzeg

Lange loopbanen op 58 jaar / 40 jaar loopbaan

De regeling voor de lange loopbanen (56 jaar/40 jaar loopbaan wordt 58 jaar/40 jaar loopbaan) wordt in de wet verankerd tot eind 2015. De leeftijd wordt geleidelijk op 60 jaar gebracht vanaf 1 januari 2017. Er is geen sector- of bedrijfs-cao vereist. Een kader-cao voor 2015-2016 verlengt de regeling, maar de sectoren moeten wel tot die regeling toetreden.
Dankzij die kader-cao blijven de sociale gesprekspartners hier baas en worden de sectoren geresponsabiliseerd.
  • Overgangsregime
    Dit type van SWT is nog toegankelijk indien:
    • je ontslagen wordt voor 1 januari 2016
    • je ten laatste op 31 december 2015 56 jaar wordt 
    • je 40 jaar loopbaan kan bewijzen ten laatste op het einde van je opzeg


Ondernemingen in herstructurering

Het Koninklijk Besluit (KB) zet een timing uiteen tot in 2020 waarbij de geleidelijke verhoging van de leeftijd vanaf 2016 (56 jaar) in de tijd gespreid wordt tot 60 jaar in 2020 (in plaats van in 2017) volgens hetzelfde systeem als voorzien voor de ondernemingen in moeilijkheden.

Het optrekken van de leeftijdsgrens boven 55 jaar zoals voorzien in het KB, kan omzeild worden door een interprofessionele kader-cao waar bedrijven kunnen bij aansluiten op voorwaarde dat ze in 2020 de leeftijdsgrens van 60 jaar bereiken. Deze kader-cao kan om de twee jaar verlengd of aangepast worden d.m.v. een nieuwe kader-cao (timing, verhoging leeftijd). Bij gebrek aan kader-cao of als de onderneming niet toetreedt, valt men terug op de regeling van de regering.


Ondernemingen in moeilijkheden

De toegangsleeftijd tot de SWT-regeling voor ondernemingen in moeilijkheden gaat van53,5 naar 55 jaar vanaf dit jaar en stijgt daarna geleidelijk naar 60 jaar in 2020.
    • 2015: 55 jaar
    • 2016: 56 jaar
    • 2017: 57 jaar
    • 2018: 58 jaar
    • 2019: 59 jaar
    • 2020: 60 jaar

Het optrekken van de leeftijdsgrens boven 55 jaar zoals voorzien in het KB, kan omzeild worden door een interprofessionele kader-cao waar bedrijven kunnen bij aansluiten op voorwaarde dat ze in 2020 de leeftijdsgrens van 60 jaar bereiken. Bij gebrek aan kader-cao of als de onderneming niet toetreedt, valt men terug op de regeling van de regering.

Aangezien de ondernemingen moeten toetreden worden ze geresponsabiliseerd. Anderzijds hangt het behoud van de lagere leeftijd in 2016 af van de toetreding van de werkgever.

vrijdag 23 januari 2015

De elektronische stempelkaart - controlekaart C3


Ben je volledig werkloos, dan kan je vanaf nu je stempelkaart ook elektronisch invullen. Om je persoonlijke gegevens maximaal te beschermen gebeurt dat via eenbeveiligde site van de Sociale Zekerheid. Je stempelt er online. Je krijgt een kaart op je scherm die er net hetzelfde uitziet als je oude papieren kaart.

Met je computer, tablet of smartphone kan je nu dus online je arbeidsdagen, ziektedagen, vakantiedagen en andere niet-vergoedbare dagen van de lopende werkloosheidsmaand invullen, consulteren, wijzigen en versturen.

Wat heb je nodig?

Om online te kunnen stempelen met je computer, heb je een elektronische identiteitskaart (e-ID) nodig, een kaartlezer en je pincode.

Je pincode kreeg je van je gemeente bij je elektronische identiteitskaart (e-ID). De kaartlezer, die je aansluit op je computer, is nodig om je e-ID te lezen. Sommige computers hebben een ingebouwde kaartlezer.

Gratis kaartlezer voor volledig werkloze leden


Als volledig werkloos ABVV-lid krijg je nu gratis een kaartlezer zodat je online kan stempelen.

Spring even binnen in het ABVV-kantoor in je buurt. Onze medewerkers schrijven je in en kunnen je eventueel een eerste keer tonen hoe alles werkt. Je krijgt een kaartlezer mee zodat je van thuis uit elektronisch kan stempelen.

Let op! Op je computer moet ook de juiste software geïnstalleerd zijn. Die kan je downloaden via www.eid.belgium.be.

Hoe?

Je logt in op de beveiligde site van de sociale zekerheid.be.

 

  • met je elektronische identiteitskaart (eID):
    • een geldige Belgische identiteitskaart en een PIN-code (te bekomen via je gemeente, via deze site vraag je een nieuwe code aan); 
    • een eID-lezer (ingebouwd in je computer, gratis af te halen in je ABVV-kantoor, of te verkrijgen in computerwinkels/grootwarenhuizen); 
    • het programma noodzakelijk om de eID te gebruiken: je download de gratis software via www.eid.belgium.be.

  • met je token:
    • met een burgertoken en de identificatiegegevens verbonden aan deze token.

  • met je User ID en paswoord (voor inlog met je smartphone)
    • de toegangscodes geleverd door de Federale Portaalsite (als je nog geen gebruikersnaam en wachtwoord hebt dan kan je die aanvragen bij:https://iamapps.belgium.be/sma)

donderdag 22 januari 2015

Actie loont, sociaal overleg opgestart

donderdag, 22 januari 2015
Vakbond ABVV | Actie loont, sociaal overleg opgestart
Het sociaal overleg tussen de sociale gesprekspartners is hervat…wat is er afgesproken?

Vakbonden en werkgeversorganisaties overleggen nog heel deze maand. Op 30 januari volgt dan een nieuwe ontmoeting met de regeringDie heeft zich overigens geëngageerd om maatregelen te nemen die de verschuiving van de lasten op arbeid naar andere inkomensbronnen versterken.


Actie loont

Dankzij het succes van de nationale betoging van 6 november, de provinciale stakingen van 24 november, 1 en 8 december, en van de nationale staking van 15 december, hebben de werkgevers ingestemd met een onderhandelingskalender die loopt tot eind januari.

Waarover wordt er nu gepraat?

  • Lonen

    De loonvorming staat in het licht van het rapport van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, waarin het loonverschil met onze buurlanden wordt besproken en een loonmarge wordt aangereikt voor een loonsverhoging bovenop de index en de baremieke verhoging.

    Hoe zit het met dat loonverschil met de buurlanden? Het rapport geeft aan dat dit eind 2014 slechts 2,9% bedroeg. Dit is het laagste cijfer sinds geruime tijd. Bovendien houdt dit cijfer geen rekening met de miljarden aan loonsubsidies die de bedrijven ontvangen.

    Is er loonmarge?Het rapport geeft aan dat de lonen in de privésector in de buurlanden in 2015-2016 stijgen met 4,7%.

    Het rapport bewijst dat een indexsprong niet gerechtvaardigd is
    . Zelfs indien de regering ons geen indexsprong oplegt, zal het loonverschil met de buurlanden de komende twee jaar verdwijnen. Het rapport geeft ons gelijk: gooi die contraproductieve en puur symbolische indexsprong in de prullenmand.
     
  • Welvaartskoppeling

    Om de twee jaar moeten de sociale gesprekspartners beslissen over de toewijzing van de bij wet bepaalde enveloppe voor de welvaartskoppeling van de sociale uitkeringen. Deze welvaartskoppeling komt bovenop de indexering en is bedoeld om het verschil tussen de stijging van de uitkeringen (dankzij de indexering) en de evolutie van de gemiddelde lonen enigszins weg te werken.

    Het uitgangspunt is de levenstandaard op peil houden van de mensen aangewezen op een uitkering. Het gaat om pensioenen, werkloosheidsuitkeringen, uitkeringen bij (beroeps)ziekte, invaliditeit, arbeidsongevallen.
     
  • De toepassing van de compromissen over het brugpensioen en het tijdskrediet;
    Vakbonden en werkgevers hebben een compromis opgesteld met nieuwe regels. De regering heeft dit compromis goedgekeurd. Enkel de praktische uitvoering moet nu nog volgen.
     
  • De afronding van de eerste fase van de harmonisering van arbeiders- en bediendestatuten.


Hoe gaat het verder?

Na afloop van de onderhandelingskalender eind januari zullen we evalueren of er echt sprake is van een daadwerkelijk sociaal overleg en zullen we bekijken wat de regering doet met de uitkomst van het overleg.

In loop van de maand januari zullen we dus ook te weten komen in welke mate de werkgevers en de regering ruimte voorzien om te onderhandelen over de andere bakens van het actieplan van het gemeenschappelijk vakbondsfront:
  • de verankering van een sterke federale sociale zekerheid;
     
  • de uitvoering van een relance- en investeringsbeleid dat kwaliteitsvolle banen schept, de garantie van kwaliteitsvolle openbare diensten en de stopzetting van de aanvallen op de ambtenaren,
     
  • een rechtvaardige fiscaliteit door middel van een grotere inspanning van de inkomens uit kapitaal.

    De vermogens en vermogenswinsten moeten substantiële bijdragen leveren om onze maatschappij te financieren. 

    Er liggen voldoende pistes op tafel om op korte termijn een rechtvaardige fiscaliteit te realiseren, en zo de rechtvaardigheid te herstellen. We zullen geen genoegen nemen met minimalistische scenario's. We willen een goed gekozen mix van maatregelen en een intensievere strijd tegen fiscale fraude.

    We zijn voorstander van een grote fiscale hervorming, met een luik vermogensfiscaliteit en een luik milieufiscaliteit.

    Om jobs te creëren is zo'n tax shift veel efficiënter dan een indexsprong. Bovendien treft een echte shift naar inkomens uit vermogen de gezinnen met lage en middeninkomens veel minder dan een indexsprong.

woensdag 21 januari 2015

Bereken je nettoloon

Je loon is de financiële vergoeding die je ontvangt van je werkgever in ruil voor je geleverde prestaties. Op je loonbriefje staat echter altijd een bruto- en een nettoloon.
 
  • Het brutoloon is je loon zonder enige aftrek voor de belastingen of de sociale zekerheid, maar het is niet wat je werkgever voor jou betaalt. Hij betaalt bovenop het brutoloon ook nog de werkgeversbijdrage voor de sociale zekerheid (en soms ook nog andere extra’s). Het is belangrijk dat je het totale bedrag van je loon kent. Dit bedrag heeft immers invloed op de opzeggingstermijn, de opzeggingsvergoeding, het gewaarborgd loon, de werkloosheidsuitkeringen, de vergoedingen voor arbeidsongevallen en beroepsziekten, ...
     
  • Het nettoloon is het bedrag dat op je bankrekening terecht komt.
     
Wist je dat werknemers in de privésector en contractuelen in de overheidssector met een maandelijks loon lager dan een bepaald bedrag sinds januari 2005 minder sociale bijdragen betalen?
Dit principe kreeg de naam ‘Werkbonus’ en kwam (mede) dankzij het ABVV tot stand. De werkbonus garandeert dat werknemers met een laag loon toch een netto-inkomen ontvangen dat hoger is dan wat ze als werkloze zouden krijgen, zonder daarbij evenwel het brutoloon te verhogen. Dankzij deze bonus loont het dus om te werken!

Met deze module kan je eenvoudig je nettoloon berekenen (voor lonen van 2015). De berekening is beperkt tot de gegevens die je hier kan invullen. Het ABVV kan in geen geval aansprakelijk gesteld worden voor eventuele verschillen met de definitieve berekening van je werkgever.

De berekeningsmodule is aangepast aan de nieuwe geïndexeerde bedragen, aan de barema's van de bedrijfsvoorheffing én aan de werkbonus voor lage lonen (2015).